Klaas Jan de Boer neemt vanaf 2010 deel aan de NEN-werkgroepen: 351007013 ‘Beheersbaarheid van Brand – reparatieslag’, 351007014 ‘Beheersbaarheid van Brand – ontwikkeling nieuwe methode’ en 351007014 ‘Brandveiligheid van veestallen’. Als werkgroepslid is hij, i.s.m. Coen Cieraad (Antea Group, vakgroep SAVE) en Peter van de Leur (DGMR Bouw), rapporteur van:
Hieronder wordt kort ingegaan op de normen.
NEN 6060 ‘brandveiligheid van grote brandcompartimenten’ kan, volgens het gelijkwaardigheidsartikel 1.3 van het Bouwbesluit, worden ingezet als een brandcompartiment groter is dan de prestatie-eis van het Bouwbesluit 2012. NEN 6060 is de vervanger van BvB 2007 (beheersbaarheid van brand 2007).
Een brandcompartiment is een vooraf bepaald, maximaal uitbreidingsgebied van brand. Het doel van een brandcompartiment is dat uitbreiding van brand buiten het vooraf bepaalde gebied wordt voorkomen en ook dat rook-, warmte- en blus(water)schade erbuiten zo veel mogelijk wordt voorkomen. In een dergelijk geval mag het compartiment eventueel verloren gaan, zolang schade en gevaar voor buurcompartimenten beperkt blijven. Een brandcompartiment is in die zin bedoeld als een zelfstandige ‘stoplijn’ voor brand. Het moet die functie behouden gedurende de verwachte duur van de brand in het compartiment.
Het basisprincipe van beperking van uitbreiding van brand in deze norm is tweeledig:
1. Er wordt een controleerbare beperking gesteld aan de totale hoeveelheid brandbaar materiaal in en aan het betrokken brandcompartiment. Dit betekent een gebruiksafspraak (gebruiksbeperking), waarin de hoeveelheid brandbaar materiaal in de constructie en de inventaris wordt beperkt. De gebruiksbeperking hangt af van het te kiezen maatregelpakket.
2. Er worden eisen gesteld in de vorm van een minimale WBDBO, die varieert over de omhulling van het brandcompartiment. De eisen hangen van verschillende factoren af; primair van de verwachte brandduur van een brand in het compartiment. De WBDBO-eis kan oplopen tot maximaal 240 min en kan dus uitgaan boven die in het Bouwbesluit 2012. Aandachtspunt: Het grote compartiment moet waar nodig beter dan het standaardniveau van het Bouwbesluit 2012 worden beschermd tegen een brandaanval vanuit naburige compartimenten.
In de plaats van de beperking van brandcompartimenten tot vaste aantallen vierkante meters gebruiksoppervlakte volgens de prestatie-voorschriften van het Bouwbesluit 2012, komen er beperkingen aan de hoeveelheid brandbaar materiaal. Dit betekent dat in een bedrijf waar weinig brandbaar materiaal is opgeslagen in beginsel grotere brandcompartimenten mogelijk zijn dan in bedrijven met veel brandbaar materiaal.
Graag verkennen we samen met de u mogelijkheden van het toepassen NEN 6060 voor uw bedrijf.
NEN 6079+C1:2016 ‘brandveiligheid van grote brandcompartimenten, risicobenadering’ kan tevens worden ingezet als een brandcompartiment groter is dan de prestatie-eis van het Bouwbesluit 2012. NEN 6079 geeft een methode voor brandbeheersing en de beperking van uitbreiding van brand op basis van risicobenadering en fysische brandmodellering.
Wanneer een aanvrager gebruik maakt van NEN 6079 legt hij zichzelf een blijvende verplichting en verantwoordelijkheid op om ervoor te zorgen dat het gebouw past bij het beoogde maximale gebruik en dat de gestelde beperkingen niet worden overschreden. Alle voorzieningen moeten blijvend in stand worden gehouden. NEN 6079 kan worden gebruikt voor industriefuncties, sportfuncties en kantoorfuncties in nieuwbouw en bestaande bouw.
NEN 6079 is gebaseerd op het volgende beginsel: “Is de overschrijdingskans door brand kleiner dan de aanvaardbare overschrijdingskans?” Zo ja, dan is de situatie acceptabel. Zo nee, dan zijn er maatregelen nodig.
Graag verkennen we samen met de u mogelijkheden van het toepassen van NEN 6079+C1 voor uw bedrijf.
Het initiatief om de brandveiligheid van grote veestallen te verbeteren, ligt bij LTO Nederland, de Dierenbescherming, de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding, het Verbond van Verzekeraars en de Rijksoverheid. Met het Actieplan Stalbranden 2012-2016 hebben deze initiatiefnemers willen zorgen voor een structurele borging van brandveiligheid in dierverblijven, maar dan niet meer alleen vanuit het perspectief van veiligheid van mens, maar ook van dier. Aanleiding hiervoor is de publicatie van de normontwerpen bijlage J bij NEN 6060 en bijlage I en J bij NEN6079+C1. Twee normontwerpen die specifiek zijn aangepast voor grote veestallen.
Grote veestallen zijn brandcompartiment die groter zijn dan 2.500 m2. De ondernemer die de grote veestal wil bouwen, bepaalt welke middelen hij gebruikt om het doel te bereiken. Het recht op het inzetten van een gelijkwaardige oplossing is een recht van de ondernemer. De beschikbare middelen, NEN 6079 en NEN 6060, zijn beide toegestaan. Het doel is het beoogde veiligheidsniveau van de wetgever ten aanzien van brandveiligheid voor mensen plus, specifiek omdat het een veestal is, het beperken van dierenleed door brand. Met beide normen worden deze doelen bereikt.
Het toepassingsgebied van beide normbladen beperkt zich tot: rundvee (met een onderverdeling in onder andere melkkoeien en vleeskoeien), varkens en pluimvee (met een onderverdeling in leghennen en vleeskuikens).
Graag verkennen we samen met de u mogelijkheden van het toepassen van NEN 6079-veestallen of NEN 6060-veestallen voor uw bedrijf.